
Wil je zelf een hartvormige mozaïek maken?
Do you want to make your own heart-shaped mosaic?
(NL, EN below)
Op 6 oktober 1576 droeg Carolus Borromeus (1538-1584) een reliek van de heilige nagel, waarmee Christus aan het kruis was genageld, door de straten van een door pest geteisterd Milaan. De vermaarde kardinaal, die ook een van de meest invloedrijke katholieke hervormers van zijn tijd was, hoopte zo de goddelijke woede te temperen. De heilige nagel had, zo hoopte hij, die kracht. Toen de pest eindelijk verdween, twijfelde niemand eraan: zij hadden dit te danken aan Borromeus, ‘meer engel dan mens’.
Nadat paus Paulus V hem heilig verklaarde in 1610 werd Borromeus een van de meest populaire heiligen. Zijn lichaam werd nu zélf een waardevol reliek. Zijn stoffelijke resten liggen in de kathedraal van Milaan, maar tijdens oorlog en ziekte werden zij vaak door de straten gedragen.
De omvangrijke Lombardische gemeenschap in Rome ijverde er al langer voor een reliek van Borromeus naar Rome te brengen. Onderhandelen en conflicten sleepten jaren aan. Tot Federico Borromeus, de nieuwe aartsbisschop van Milaan en – niet onbelangrijk – de neef van Carolus, in 1613 de basiliek Sant’Ambrogi e San Carlo al Corso zijn zegen gaf om het intacte hart van de heilige te herbergen.
De Borromeusdevotie verspreidde zich over heel Europa. Tussen 1615 en 1621 lieten de Jezuïeten van Antwerpen de Sint-Carolus-Borromeuskerk optrekken, de allereerste barokke kerk van Vlaanderen. Ook hier bevindt zich een reliek van de heilige, vervat in een beeld dat de vorm aanneemt van de torso van Carolus. Tot op vandaag bidden bisschoppen, seminaristen en geestelijke leiders tot Borromeus als hun patroonheilige. Maar iedereen kan hem aanroepen bij maagziekte en –pijn.
(EN)
On 6 October 1576, Charles Borromeo (1538-1584) carried the relic of the holy nail, with which Christ had been nailed to the cross, in procession through the streets of a Milan that afflicted by the plague. By doing this, the famous cardinal, one of the most influential Catholic reformers of the 16th century, claimed the miraculous power of the relics in the hope of appeasing the divine anger. When the pestilence finally ended, the people had no doubts: it was thanks to the cardinal, whom they regarded as ‘more an angel than a man’.
When he was canonised in 1610 by Pope Paul V, Borromeo became one of the most popular saints, and his body venerated as a precious relic. Although his remains rest in the cathedral of Milan, they have often been carried in procession to invoke the end of wars and plagues.
The large Milanese community in Rome waged a long struggle to bring some relics of the saint to Rome. The dispute concerning the possession of the relics was resolved only after decades of negotiations. In 1613, the new archbishop of Milan, Federico Borromeo (the nephew of Charles) granted the basilica of Sant’Ambrogio e San Carlo al Corso the privilege of holding the uncorrupted heart of the saint.
The cult of St Charles spread throughout Europe. In Antwerp, the Jesuit fathers promoted the construction of Sint-Carolus-Borromeuskerk between 1615 and 1621. Inside this first Baroque church in Flanders, there is a relic of the saint for local veneration, encapsulated within a sculpture of Charles’ torso. To this day, bishops, seminarians and spiritual directors pray to him as their patron saint, and people with stomach diseases hope for his intercession.